Mijn vlakke land
Mijn Vlakke Land
Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen
En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen
Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt
En over dijk en duin de grijze nevel valt
Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn
En natte westenwinden gieren van venijn
Dan vecht mijn land, mijn vlakke land
Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken
Op dak en torenspits van hemelhoge kerken
Die in dit vlakke land de enige bergen zijn
Wanneer onder de wolken mensen dwergen zijn
Wanneer de dagen gaan in domme regelmaat
En bolle oostenwind het land nog vlakker slaat
Dan wacht mijn land, mijn vlakke land
Wanneer de lage lucht vlak over ‘t water scheert
Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert
Wanneer de lage lucht er grijs als leisteen is
Wanneer de lage lucht er vaal als keileem is
Wanneer de noordenwind de vlakte vierendeelt
Wanneer de noordenwind er onze adem steelt
Dan kraakt mijn land, mijn vlakke land
Wanneer de Schelde blinkt in zuidelijke zon
En elke Vlaamse vrouw flaneert in zon-japon
Wanneer de eerste spin zijn lentewebben weeft
Of dampende het veld in juli-zonlicht beeft
Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan
Wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan
Dan juicht mijn land, mijn vlakke land
De Nuttelozen Van De Nacht
Ze ontwaken om een uur om vier
Ze ontbijten met een kleintje bier
Ze gaan uit omdat er thuis niets wacht
De nuttelozen van de nacht
Zij gedraagt zich arrogant omdat ze mooie borsten heeft
Hij is zeker en charmant omdat Papa hem centen geeft
Hun onmacht is hun hoogste macht
De nuttelozen van de nacht
Kom, dans met mij
Vriendin, kom hier, vriendin
Kom hier, kom hier
Nee, nee blijf!
Kom dans met mij
Laat ons dansen, lijf aan lijf
Ze braken zonder ziek te zijn
Ze braken zacht en zonder pijn
Ze nemen zich bedroefd de nacht
De nuttelozen van de nacht
Ze bespreken zonder end
De poëzie die geen van hen kent
De romans die geen van hen schreef
De vrouw die bij geen van hen bleef
De grap waarom geen van hen om lacht
De nuttelozen van de nacht
Kom, dans met mij
Vriendin, kom hier, vriendin
Kom hier, kom her
Nee, nee blijf!
Kom, dans met mij
Laat ons dansen, lijf aan lijf
In de liefde zijn ze zo berooid
’t Was, ’t was, ze was zo zacht
Ze was, ach, dat begrijp u nooit
De nuttelozen van de nacht
Ze nemen nog een laatste glas
Vertellen nog een laatste grap
En met een allerlaatste glas
De laatste dans
De laatste stap
Het laatste verdriet
De laatste klacht
De nuttelozen van de nacht
Kom, kom, kom huil met mij
Vriendin, kom hier, vriendin
Kom hier, kom hier
Nee blijf!
Kom, kom huil met mij
Laat ons huilen, lijf aan lijf
De nuttelozen …
Van de nacht …
Marieke
Ay Marieke, Marieke
Ik hield van jou
Tussen de torens
Van Brugge en Gent
Ay Marieke, Marieke
De tijd gaat gauw
Tussen de torens
Van Brugge en Gent
Zonder liefde, warme liefde
Waait de wind, de stomme wind
Zonder liefde, warme liefde
Weent de zee, de grijze zee
Zonder liefde, warme liefde
Lijdt het licht, het donker licht
En schuurt het zand over mijn land
Mijn platte land, mijn Vlaanderenland
Ay Marieke, Marieke
De Vlaamse lucht
Grijs als de torens
Van Brugge en Gent
Ay Marieke, Marieke
De Vlaamse lucht
Zij weent met mij
Van Brugge tot Gent
Zonder liefde, warme liefde
Waait de wind, de stomme wind
Zonder liefde, warme liefde
Weent de zee, de grijze zee
Zonder liefde, warme liefde
Lijdt het licht, het donker licht
En schuurt het zand over mijn land
Mijn platte land, mijn Vlaanderenland
Ay Marieke, Marieke
De Vlaamse lucht
Woog zij te zwar
Van Brugge tot Gent
Ay Marieke, Marieke
Op onze jeugd
Van Brugge tot Gent
Zonder liefde, warme liefde
Lach de duivel, de zwarte duivel
Zonder liefde, warme liefde
Brandt mijn hart, mijn oude hart
Zonder liefde, warme liefde
Sterft de zomer, de droeve zomer
En schuurt het zand over mijn land
Mijn platte land, mijn Vlaanderenland
Ay Marieke, Marieke
Breng terug die tijd
Die mooie tijd
Van Brugge en Gent
Ay Marieke, Marieke
Breng terug die tijd
Van onze liefde
In Brugge en Gent
Ay Marieke, Marieke
Als d’avond spreidt
Dan lokken mij
Van Brugge tot Gent
Ay Marieke, Marieke
Met armen weijd
De diepe vijvers
Van Brugge en Gent
Van Brugge en Gent
Van Brugge en Gent
Van Brugge en Gent
Rosa
Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis
Tango uit een grijs verleden
Die de schooljeugd van het heden
Op moet dreunen als gebeden
Bij het leren van Latijn
Tango van de lyceïsten
Die hun jeugd eraan verkwisten
En die dokteren aan listen
Om te ontkomen aan die pijn
Tango die de strenge ouders
Laden op de smalle schouders
Van hun Keesjes die de houders
Van het roer der toekomst zijn!
Rosa, rosa, rosam
Rosae, rosae, rosa
Rosae, rosae, rosas
Rosarum, rosis, rosis
Tango van de knappe floppen
Die met pukkels op hun koppen
Hun gebrek aan ziel verkroppen
Als de besten van de klas
Tango van de slappe Kezen
Die geen letter kunnen lezen
Maar straks dokter moeten wezen
Omdat papa dat nooit was
Tango die ik nimmer leerde
Daar ik toen al rebelleerde
En verbuigingen begeerde
Van mijn nichtje Rosa, Rosa!
Rosa, rosa, rosam
Rosae, rosae, rosa
Rosae, rosae, rosas
Rosarum, rosis, rosis
Tango van het zoete dwalen
Pink aan pink door liefdesdalen
Zo betrapte vele malen
Ons de zwartrok in het gras
Tango van de Natte Garde
Waar ik in de plassen staarde
En genadeloos ontwaarde
Dat ik geen Columbus was
Maar ook de tango van ’t plantsoen
Waar, in ’t rosarium in ’t groen
Mijn nichtje bij een korte zoen
Al bloosde als een Rosa, Rosa!
Rosa, rosa, rosam
Rosae, rosae, rosa
Rosae, rosae, rosas
Rosarum, rosis, rosis
Tango van het kantjeslopen
Tot ik nullen kreeg bij hopen
Die ik toen maar ging verkopen
Als aureolen voor Sint Jan
Tango van de hoogste prijzen
Voor de ijverigste wijzen
Propvol, op bepaalde wijze
Die geen mens gebruiken kan
En ook de tango van de spijt
Omdat een mens in later tijd
Ontdekt dat, in volwassenheid
Dat een rosa doornen dragen kan
Rosa, rosa, rosam
Rosae, rosae, rosa
Rosae, rosae, rosas
Rosarum, rosis, rosis
De Burgerij
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij de dikke Siaam uit Monverland
Ik dronk een glas met Klaas
Ik dronk een glas met Pier
En sprong er aardig uit de band
Die klaas hij voelde zich een Dante
Die Peer wou Casanova zijn
En ik de superarrogante
Ik dacht dat ik mezelf kon zijn
En om twaalf uur als de burgertroep
Huisging uit hotel de Goudfazant
Dan scholden wij ze poep
En zongen vol vuur pet in de hand
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerkliek
Vette vieze varkens
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij de dikke Siaam uit Monverland
Ik dronk een vat met Klaas
Ik dronk een fust met Pier
En sprong er heftig uit de band
Klaas Dante danste als mijn tante
En Casanova was te bang
Maar ik de superarrogante
Was zelfs voor mezelf niet bang
En om twaalf uur als de burgertroep
Huisging uit hotel de Goudfazant
Dan scholden wij ze poep
En zongen vol vuur pet in de hand
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerkliek
Vette vieze varkens
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe
Elk instinct dwaas
Zoek ik mijn vertier
‘S Avonds in hotel de Goudfazant
Met meester-facteur Klaas
En met notaris Pier bespreek
Ik daar de avondkrant
En Klaas citeert eens wat uit Dante
Of Pier haalt Casanova aan
En ik ik bleef de superarrogante
Ik haal nog steeds mijn eigen woorden aan
Maar gaan wij naar huis meneer de brigadier
Dan staat daar bij die Siaam uit Monverland
Een hele troep gespuis
Dronken van al het bier dat zingt dan van
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerkliek vette vieze varkens
Ja meneer de brigadier ja dat zingen ze
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe